Juf Miranda
 
(Advertentie)
(Advertentie)
  • Hou thuis rekening met de volgorde waarin uw kind op school de letters leert. Vraag uw kind (of de leerkracht) welke letters het al geleerd heeft, en doe spelletjes met die letters, zoals:
  • Geef uw kind een stift of balpen en een pagina uit een tijdschrift of reclamefolder. Laat het aanstrepen welke letters het al kent of welke als laatste is aangeleerd. Behalve de letters die uw kind op school leert, is dat natuurlijk ook vaak de eerste letter van de eigen voornaam.
  • Misschien wil uw kind zelf ook woorden typen op de computer. Op het toetsenbord staan hoofdletters, plak daarom op de toetsen gekleurde stickertjes, waarop de kleine letters zijn geschreven.
  • Als uw kind van schrijven, tekenen, knippen en plakken houdt, kunt u van een simpel schriftje een letterboek maken. Schrijf op elke bladzijde van het schriftje een van de letters die uw kind heeft geleerd. Laat uw kind op elke pagina tekeningetjes maken, plaatjes plakken en woorden schrijven waarin die letter voorkomt.
  • Laat uw kind eens een briefje of kaartje schrijven naar opa of oma en help het met de letters die het niet weet.
  • Belangrijk is de manier waarop u de letters uitspreekt. Spreek bij het lezen met uw kind niet uit zoals u dat doet wanneer u het alfabet opzegt, maar als in onderstaande voorbeelden:
  •         a  : geen aa, maar als in tak
            aa : als in maan
            b  : niet bee, maar bu, met een bijna onhoorbare u
            e  : geen ee, maar als in zes
            ee : als in teen
            f  : geen ef, maar fff
            h  : geen haa, maar hu, met een bijna onhoorbare u
            ie : geen i en e, maar als in fiets
            z  : geen zet, maar zzz
  • Als uw kind moeite heeft met een bepaald woord, kunt u vragen om eerst de letters van dat woord afzonderlijk (zingend) te lezen, bijvoorbeeld: bbb-ooo-mmm.
  • Er zijn in de boekhandel en de bibliotheek veel boekjes die u helpen om thuis in te haken op het leesonderwijs in groep 3. Op die boekjes staat M3.
(Advertentie)
Prentenboeken passend bij kern 1- 6

Deze woorden hebben we al geleerd:

ik, maan, roos, vis, aan, pen, en

klik op het plaatje en dan krijg je een leuk fimpje te zien!

(Advertentie)
kern 1 maan waarom is het overdag licht en 's nachts donker?
(Advertentie)
kern 1 vis: slapen vissen 's nachts?
(Advertentie)
(Advertentie)
Lees je mee? (Herhalingsoefeningen VLL - JClic)
  • Probeer een boek uit te kiezen dat past bij de ontwikkeling en belangstelling van uw kind.
  • Lees het boek zelf eerst een keer (gedeeltelijk) voor.
  • Lees het boek na de eerste keer nog een keer voor (en desnoods nog een keer en nog een keer). Kinderen vinden herhaling vaak leuk, ze begrijpen het verhaal dan ook beter.
  • Zorg dat er rust is en weinig afleiding
  • Lees rustig en duidelijk de tekst voor.
  • Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om de woorden te verduidelijken.
  • Breng tijdens het voorlezen af en toe een pauze aan.
  • Let erop of uw kind begrijpt wat het hoort, en praat over het verhaal. "Wat denk je dat er gaat gebeuren?"
  • Laat uw kind meekijken in het boek.
  • Wanneer duidelijk is dat de aandacht verslapt, stop dan met voorlezen. Kies een ander moment, of een ander boek.